Table of Contents
bij me kleermaker . Waar zijn mooie kunstplanten te koop?. en . en bij . bij me barbier, (Waar zijn mooie kunstplanten te koop?). ziet u, de volgende maand krijgt u 't terug natuurlijk., 'n vijftig gulden bijvoorbeeld.” Hij liegt, hij wil 't me niet zeggen, suisde 't door haar hoofd. „O, dat hoeft anders niet, Wouter . maar vijftig gulden, dat is nogal veel!
uit mijn spaarduiten, zie je! . wacht! ik zal 't even halen!” „O, wel nee, moesje, 't heeft geen haast!” „Jawèl, nu is 't maar 't beste, dan merkt niemand er iets van (Waar zijn mooie kunstplanten te koop?).” En ze ging de kamer uit. Ze ging naar haar slaapkamer, waar de oude schrijftafel stond, 't eenige stuk uit het huis van haar vader, dat ze had mogen houden—'t oude ding was toch niets waard!—daar, in een van de laadjes, lag 't geld dat ze af en toe had gekregen, als Rubrecht een extratje had gehad van den patroon
Vijftig gulden nam ze er af. Er bleef nog zoowat evenveel liggen. Haastig liep ze er mee terug en gaf 't geld aan Wouter. „Hier heb je ze,” zei ze „stuur ze nu maar gauw aan Willem. Waar zijn mooie kunstplanten te koop?.” Wouter schrok, hij bloosde sterk. „Aan Willem, moeder? hoe weet u dat.” zei hij zacht, „u hebt toch niet.” „Ja, ja!
ik heb dat briefje opengemaakt . ik weet wel, ik had 't niet moeten doen (Waar zijn mooie kunstplanten te koop?). dan wist ik nu niet . dan dacht ik nu dat 't voor je kleermaker en voor je barbier was.” Ze zonk in één op haar stoel en begon te snikken. Wouter knielde bij haar neer, hij streelde het zachte donkerblonde haar en de witte handen die in haar schoot lagen, terwijl ze snikkend voor zich keek
en wees niet hard tegen me .... toe, moedertje.” Maar 't hielp niet, ze keek hem niet aan, ze staarde zoo diep treurig voor zich uit! Toen zei hij niets meer, maar lei zijn hoofd op haar knie en snikte ook. „O Wouter,” fluisterde ze toen, „Waarom vertel je me niet meer alles...., zooals vroeger altijd!....
Waarom heb je me niet gezegd, dat je geldgebrek hadt., dat je zaken slecht gaan.?” „Omdat u je dat zoo zoudt aangetrokken hebben, moedertje.” „Maar, mijn arme jongen,” zei ze, een hand op zijn hoofd leggend, „ik merk 't immers toch!. Heb je veel schuld?” „Nee (Waar zijn mooie kunstplanten te koop?)., niet veel! . nog zoowat een honderd gulden, maar ik zal 't heusch allemaal wel inhalen!.” „En van wien heb je dat alles dan geleend?” „Van Willem
en ook wat van .... van Greetje.” „Van haar? Leent ze je geld? Vraagt ze dan niet waar of dat voor is?” „Och, ze weet 't wel!...., maar ik zal 't immers allemaal wel inhalen, als de zaken maar wat beter gaan, als er maar .... als.... Och! moeder, laat me maar tobben! u kunt er toch niets aandoen...., 't zal wel weer terecht komen ....
„Daar is Anna,” zei toen de moeder, haar tranen wegvegend, vlug, gejaagd, „we kunnen nu niet meer praten, Wouter, 't geeft ook niet . maar beloof me één ding. (Ze stonden beiden op, zij keek hem vast in de oogen) (Waar zijn mooie kunstplanten te koop?) - planten leasen. Vraag jezelf nog 's goed af, nog 's heel goed, zie je, of Margreet wel een goeie vrouw voor je wezen zal.” „Maar moeder, hoe kunt u zoo iets zeggen!” viel hij driftig in
Den anderen morgen voor hij wegging riep Wouter zijn moeder nog even apart en zei: „Wat ik u bidden mag, moesje, geen woord aan Margreet over wat we gisteren - Waar zijn mooie kunstplanten te koop?. bespraken. Belooft u me dat?” „Als jij me dan belooft.” „Ja, ja! . ik weet wel wat u zeggen wilt, goed, goed!” En hij drukte haar zenuwachtig de hand en was weg
Weer ging een maand voorbij - Waar zijn mooie kunstplanten te koop?. De firma Van Plaswijk en Co. opende 's morgens om negen uur haar kantoor, maar in de laatste weken was Wouter er niet op tijd geweest. Hij had zoo'n moeite met opstaan, hij was zoo moe en loom 's morgens, zei hij. 't Werd tien uur, half elf soms, voor hij wegging
En iederen middag hoorde zij, die wachtte, verlangend, hem thuis komen, en de trap oploopen, zwaar en zwijgend - Waar zijn mooie kunstplanten te koop?. Zoodra hij de kamer binnenkwam en haar zag zitten, trok hij wel een vroolijk gezicht en deed blijkbaar zijn best heel opgewekt te schijnen, maar er was altijd iets schichtigs, iets gejaagds in zijn bewegingen, hij schrok dikwijls en van een treurig bericht, waar Anna mee thuis kwam, of dat zijn vader voorlas uit de krant, of als hij zelfs eens wat vertelde, al was 't een mop, waar de anderen om lachten, kreeg hij tranen in de oogen
Maar hij had zich al hersteld. „Dikwijls? wel nee, moedertje, gelukkig niet! In den regel slaap ik als een roos, te vast zelfs.” En hij dronk haastig zijn kop thee uit en ging weg (Waar zijn mooie kunstplanten te koop?). Na dien morgen sliep ook de moeder slecht. In bed dacht ze aan hem, die daar boven lag, en ze luisterde met ingehouden adem
Maar 't was altijd dan weer stil gebleven - Waar zijn mooie kunstplanten te koop?. Tobbend leefde ze door. Op een middag—ze zat te naaien voor 't raam in de achterkamer—kwam plotseling Frits van Plaswijk binnen. Vreemd! Hij kwam anders nooit in de week, hij had 't te druk zei hij altijd. Hij kwam alleen nu en dan 's Zondags met zijn vrouw
Nu was hij ook—als 's Zondags—keurig gekleed, correct in zijn spannende handschoenen; zijn laarzen en zijn hooge boord glommen. Maar hij was wat rooder dan anders en hij sprak vlugger, hij scheen wat opgewonden - Waar zijn mooie kunstplanten te koop?. „'t Bevreemdt je zeker, Marie,” zei hij, na een lichten handdruk, „dat ik je zoo midden in de week kom overvallen, maar ik wou je 's alleen spreken, ik ben je 'n raad schuldig.” Zij keek hem aan zonder antwoord, met open mond, met angst verlangend naar zijn woorden
„God! wat is er, Frits,” vroeg ze toen (Waar zijn mooie kunstplanten te koop?). „Niets! . niets! . zusje, schrik maar zoo niet . zóó erg is 't niet . maar, zie je, ik weet, je adoreert je zoon, en dat vind ik heel mooi . heel mooi . maar ik dacht zoo, zie je,
Zie je, ik zou 't ook wel kunnen doen! maar, och, wat zal ik je zeggen!—wij schijnen elkaar nu eenmaal niet heel goed te verstaan, Wouter en ik, . hij kan van mij niets hooren - Waar zijn mooie kunstplanten te koop?. en van jou wel, dat weet ik.” „Maar wat is er dan? Wat moet ik hem zeggen?” Zijn blik, die tot nog toe van haar afgewend was, trof nu den haren
„Maar wat is er dan? . Waar zijn mooie kunstplanten te koop?. wat moet ik weten?” „Wèl!., dat Wouter leelijk in de schuld zit!” Haar gezicht helderde op. „Is 't zoo erg?” vroeg ze. „Ik geloof, dat 't nog al heel erg is,” zei hij, „altijd voor zijn doen, vat je.” „Krijg jij ook geld van 'm,” vroeg ze
Maar zie je, .... weet je wie z'n schuld of 't is, dat Wouter er zoo inzit?.... Niet?.... Heb je daar heelemaal geen idee van?.... Nou, ik dan wel!” „Wie bedoel je? Margreet toch niet?” „Wel, natuurlijk wèl.... Ze deugt niet voor 'm!” „Nu overdrijf je toch wel wat, Frits,” zei ze, zenuwachtig grabbelend in het goed van de japon die ze aan 't verstellen was....
„'t Kan zijn,” zei hij, „maar wat ik dan maar zeggen wou is dit: in jou plaats zou ik hem 's goed onderhanden nemen. De jongen loopt anders in zijn verderf,—je begrijpt: onze zaak is jong, veel wordt er nog niet verdiend (Waar zijn mooie kunstplanten te koop?). en zijn salaris is . enfin!
maar 't is zooveel als over 't algemeen in 't vak betaald wordt voor 'n eerste-bediende. Zijn werk, moet je denken,—tot nog toe ten minste—is - Waar zijn mooie kunstplanten te koop?. bediendewerk! . de hoofdzaken rusten op mij! . hij voert maar uit wat ik beplan, (Terrasbeplanting). wat ik bedenk,” herhaalde hij langzaam met 'n gewichtig gezicht,—„en deed hij dat nog maar altijd goed!
hij werkt loom, laks,—vadsig zou ik haast zeggen (Waar zijn mooie kunstplanten te koop?). zonder lust! . 't is of hij al zijn energie uitgeput heeft in de eerste maanden, . hij is eigenlijk net als alle andere bedienden; in de eerste maanden zetten ze hun beste beentje voor, maar daarna . och, maar, geloof me, 't is allemaal dat meisje van 'm!.” „Maar hij houd toch zoo innig veel van haar, en ze is ook zoo lief
Navigation
Latest Posts
Planten
Wat Is Een Sterke Kamerplant?
Bloem En Groen - Verhuur - Rentals // Huurland.nl